Overslaan en naar de inhoud gaan

Ongewenst gedrag kan op verschillende plaatsen en in verschillende contexten voorkomen. Over het algemeen verwijst ongewenst gedrag naar gedrag dat als ongepast, ongewenst, beledigend of intimiderend wordt ervaren door de betrokkenen. Dit gedrag kan onder meer bestaan uit:

  • Ongewenst gedrag op het werk: dit kan bijvoorbeeld pesten, discriminatie, intimidatie, agressie of geweld zijn, maar ook ongewenste seksuele toenadering, verbaal of fysiek geweld of andere vormen van ongepast gedrag.

  • Ongewenst gedrag op scholen: dit kan bijvoorbeeld pesten, cyberpesten, discriminatie, geweld of seksuele intimidatie zijn, maar ook verbaal of fysiek geweld of andere vormen van ongepast gedrag.

  • Ongewenst gedrag in woonzorgcentra en verpleeghuizen: dit kan bijvoorbeeld fysieke, emotionele of psychologische mishandeling zijn van ouderen of andere kwetsbare bewoners, verwaarlozing, diefstal, misbruik van medicijnen of seksueel misbruik. Daarnaast kan ongewenst gedrag ook voorkomen tussen bewoners onderling, zoals pesten, treiteren, uitsluiten of discriminatie op basis van leeftijd, ras of religie.

  • Ongewenst gedrag binnen sportverenigingen: dit kan bijvoorbeeld pesten, intimidatie, discriminatie, geweld en seksueel misbruik zijn, zoals hierboven beschreven.

Het is belangrijk om ongewenst gedrag te voorkomen en aan te pakken, omdat het een negatieve invloed kan hebben op de fysieke en mentale gezondheid en prestaties van betrokkenen. Er zijn verschillende maatregelen en programma's die kunnen worden ingezet om ongewenst gedrag tegen te gaan en een veilige en respectvolle omgeving te creëren voor alle betrokkenen.

Ongewenst gedrag

Pesten, Discriminatie, Seksuele intimidatie & Agressie

Bekijk ook:

Crying African man

Ongewenst gedrag in Woonzorgcentra, voorbeelden:

  • Verwaarlozing: Het niet adequaat voorzien in de behoeften van de bewoners, zoals niet voldoende voedsel, water of medicatie geven.
     
  • Fysieke agressie: Het gebruiken van geweld tegen een bewoner, zoals duwen, slaan of schoppen.
     
  • Psychologische mishandeling: Het vernederen, kleineren of isoleren van een bewoner, bijvoorbeeld door roddelen, kleineren of beledigen.
     
  • Seksueel misbruik: Ongepaste opmerkingen, gebaren of aanrakingen van seksuele aard, of het afdwingen van seksuele gunsten, waarbij de bewoner zich ongemakkelijk of bedreigd voelt.
     
  • Beperking van vrijheid: Het beperken van de vrijheid van een bewoner, bijvoorbeeld door hem of haar te isoleren van andere bewoners of activiteiten.
  • Financieel misbruik: Het stelen of gebruiken van de financiële middelen van een bewoner.
     
  • Inbreuk op privacy: Het zonder toestemming binnengaan van de privéruimte van een bewoner of het bekijken van persoonlijke gegevens zonder toestemming.
     
  • Ongewenste behandeling: Het toedienen van een behandeling of zorg tegen de wens van de bewoner in.
man-7621513_1920.jpg

Ongewenst gedrag in de Sport, voorbeelden:

  • Agressief gedrag: Het uiten van agressie, zoals dreigementen, intimidatie of fysiek geweld.
     
  • Pesten: Het herhaaldelijk aanvallen, vernederen of isoleren van een sporter, bijvoorbeeld door roddelen, kleineren of beledigen.
     
  • Pesten via sociale media: Het pesten van een andere sporter via digitale kanalen, zoals sociale media, e-mail of chat-apps.
     
  • Ongelijke behandeling: Het selectief bevoordelen of benadelen van bepaalde sporters op basis van persoonlijke kenmerken, zoals leeftijd of geslacht.
     
  • Fysieke agressie: Het gebruiken van geweld tegen een andere sporter, zoals duwen, slaan of schoppen.
     
  • Seksuele intimidatie: Ongepaste opmerkingen, gebaren of aanrakingen van seksuele aard, of het afdwingen van seksuele gunsten, waarbij de sporter zich ongemakkelijk of bedreigd voelt.
     
  • Verbaal geweld: Schreeuwen, beledigen of schelden naar een andere sporter of scheidsrechter.
Groep

Ongewenst gedrag op het Werk, voorbeelden:

  • Pesten: Het herhaaldelijk aanvallen, vernederen of isoleren van een medewerker, bijvoorbeeld door roddelen, kleineren of beledigen.
     
  • Wangedrag: Het roddelen over of belachelijk maken van een medewerker.
  • Seksuele intimidatie: Ongepaste opmerkingen, gebaren of aanrakingen van seksuele aard, of het afdwingen van seksuele gunsten, waarbij de medewerker zich ongemakkelijk of bedreigd voelt.

  • Intimidatie: Het dreigen met of gebruiken van fysiek geweld tegen een medewerker.

  • Discriminatie: Het maken van onderscheid op basis van leeftijd, geslacht, ras, religie of andere persoonlijke kenmerken van een medewerker, wat kan leiden tot uitsluiting of ongelijke behandeling.

  • Geweld of bedreiging: Fysieke agressie of bedreiging van een medewerker, zoals duwen, slaan of dreigen met geweld.

  • Micromanagement: Het constant controleren van een medewerker of het opleggen van onredelijke eisen, wat kan leiden tot stress en een gevoel van onzekerheid.

  • Ongepast gebruik van technologie: Het gebruik van e-mail, sociale media of andere communicatiemiddelen om ongepaste berichten of afbeeldingen te sturen of om de prestaties van een medewerker te controleren zonder hun medeweten of toestemming.

  • Onveilige werkomstandigheden: Een werkplek die niet voldoet aan de veiligheidsnormen, zoals onveilige machines of onveilige werkprocessen, wat kan leiden tot fysieke of emotionele schade bij medewerkers.

  • Ongepast taalgebruik: Het gebruiken van kwetsende of beledigende taal tegen een medewerker.

 

Pesten op school

Ongewenst gedrag op School, voorbeelden:

  • Cyberpesten: Het pesten via digitale kanalen, zoals sociale media, e-mail of chat-apps.
     
  • Verbaal geweld: Schreeuwen, beledigen of schelden naar een leerling.
     
  • Sociale uitsluiting: Het doelbewust negeren of isoleren van een leerling, waardoor deze zich buitengesloten voelt.
     
  • Diefstal of vernieling: Het stelen of beschadigen van eigendommen van een leerling.
     
  • Fysieke agressie: Het gebruiken van geweld tegen een andere leerling, zoals duwen, slaan of schoppen.
     
  • Pesten: Het herhaaldelijk aanvallen, vernederen of isoleren van een leerling, bijvoorbeeld door roddelen, kleineren of beledigen.
     
  • Discriminatie: Het maken van onderscheid op basis van ras, geslacht, religie of andere persoonlijke kenmerken van een leerling, wat kan leiden tot uitsluiting of ongelijke behandeling.
     
  • Seksuele intimidatie: Ongepaste opmerkingen, gebaren of aanrakingen van seksuele aard, of het afdwingen van seksuele gunsten, waarbij de leerling zich ongemakkelijk of bedreigd voelt.
back to top